
Benedikt Schack in uitvoering met de Schikaneder-groep: het nummer “O Anton du bist mein” uit het Singspiel Die Zween Anton. Schack staat in het midden, zijn handen vastgehouden door sopraan Joseph Hofer en bariton/impresario Emanuel Schikaneder. Klik op de afbeelding voor de identiteit van de andere spelers en de originele bron.
Benedikt Emanuel Schack, ook wel gespeld als Benedikt Emanuel Schak, (7 februari 1758 in Mirotice, Bohemen; 10 december 1826[1] in München) was een Oostenrijkse operatenor en componist, kapelmeester, dirigent, fluitist, muziekpedagoog, muziekhandelaar en koorknaap.
Schack was in 1773 koorzanger aan de Sint-Vituskerk in Praag. Hij studeerde geneeskunde en filosofie in Wenen in 1775 en volgde compositie- en zanglessen bij Karl Frieberth. In 1780 werd Schack kapelmeester van prins Heinrich von Schönaich-Carolath in Liegnitz, Neder-Silezië. Nadat de band in 1784 werd ontbonden, reisde hij door het land als muziekhandelaar. In mei 1786 werd hij in Salzburg aangenomen door theaterdirecteur Emanuel Schikaneder, met wiens ensemble hij naar Augsburg en Regensburg ging. Toen Schikaneder in mei 1789 zijn contract in Regensburg beëindigde, vergezelde Schack hem naar Wenen. Op 30 september 1791 zong hij de rol van Tamino in de première van Mozarts Zauberflöte in het Theater auf der Wieden aldaar. Hij was ook een van de zangers met wie Mozart de dag voor zijn dood delen van zijn Requiem repeteerde. [2] In tegenstelling tot een wijdverbreide misvatting was Schack geen fluitist en speelde hij zelf niet de fluit in de rol van Tamino. Hij zette diverse libretto’s van Schikaneder op muziek.