Wie heeft wat gecomponeerd

Wie heeft wat gecomponeerd

Eerste bedrijf

  1. Ouverture [Henneberg]
  2. Inleiding, “Jullie meisjes, jullie jongemannen” [Henneberg]
  3. Aria [Lubano], “Goede hemel! O jullie goden” [Henneberg]
  4. Aria [Lubanara], “Wat een mooie vrouw kan” [Henneberg]
  5. Koor en solo, “Wat een betoverende muziek” [Schack]
  6. Duet [Lubanara en Lubano], “Tralleralara” [Gerl]
  7. Recitatief en aria [Eutifronte en Lubanara], “In de donkere hoogten” [Gerl]
  8. Koor en solo [Lubano], “Kijk! Met gouden geweien!” [Henneberg]
  9. Aria [Nadine], “Een meisje, dat heet is van de liefde” [Henneberg]
  10. Recitatief en aria [Nadir en Astromonte], “Wat een vreemde stem hoorde ik” [Schack]
  11. Finale, “Waarheen, Nadine” [Henneberg en Schikaneder]
    Tweede akte
  12. Ouverture [geen componist genoemd]
  13. Koor en recitatief [Eutrifonte en Genius], “Ah, Astromonte” [Henneberg]
  14. Aria [Lubano], “Vertrouw de meisjes niet te veel” [Henneberg]
  15. Mars [geen componist genoemd]
  16. Duet [Lubano en Lubanara], “Nu, lieve kleine vrouw” [Mozart]
  17. Aria [Eutifronte], “Nadir, jij wint” [geen componist genoemd]
  18. Aria [Nadir], “Jullie welwillende goden” [Gerl]
  19. Koor, “Astromonte sterft door ons” [Schack]
  20. Aria [Lubano], “Liefde is zeker een dwaas ding” [geen componist genoemd]
  21. Aria [Nadine], “Mijn enige, liefste Nadir!” [Schikaneder]
  22. Finale, “Miauw! Miauw” [Mozart] – “Ga weg, arme jongeman” [Mozart]
  • “Meneer Astromonte, wij danken u” [Schack]
Schikaneder

Schikaneder

Emanuel Schikaneder, ook Emanuel Schickaneder, eigenlijk Johann Joseph Schickeneder, (* 1 september 1751 in Straubing;[1] † 21 september 1812 in Wenen) was acteur, zanger, regisseur, dichter en theaterdirecteur. Als veelzijdig kunstenaar schreef hij meer dan 100 toneelstukken en libretto’s en componeerde hij ook zijn eigen opera’s.

In 1789 keerde Schikaneder terug naar Wenen, waar in 1787 op verzoek van theaterdirecteur Christian Roßbach het Freihaustheater werd gebouwd, een theater in het toen grootste appartementengebouw van Wenen, het Freihaus auf der Wieden. Dit theater opende op 12 juli 1789 met Schikaneders toneelstuk “De domme Anton in de bergen”. Op 30 september 1791 vond daar de première plaats van de opera Die Zauberflöte. Schikaneder had er het libretto voor geschreven, met muziek van Wolfgang Amadeus Mozart. Schikaneder speelde zelf de vogelvanger Papageno, een figuur in de traditie van het oude Weense volkstheater. De successen genereerden zulke grote inkomsten dat Schikaneder, met de hulp van de koopman Bartholomäus Zitterbarth, aan de overkant van de Wien River een nieuw theater kon bouwen, het Theater an der Wien. Het oude Theater auf der Wieden werd daarom in 1801 gesloten en omgebouwd tot huurappartementen.

Emanuel Schikaneder – Wikipedia

1790-1814 onafgebroken

1790-1814 onafgebroken

Na de succesvolle première op 11 september 1790 werd de opera bijna 24 jaar lang onafgebroken opgevoerd, wat veel zegt over het immense succes. De laatst bekende uitvoering vond plaats op 28 februari 1814 in Linz.
De opera werd voor het eerst opgenomen door Boston Baroque in 1999.

Verhaal

Verhaal

Wolfgang Amadeus MOZART
Johann Baptist HENNEBERG
Benedikt SCHACK
Franz Xaver GERL
Emanuel SCHIKANEDER

DE STEEN VAN DE WIJZE
OF: Het magische eiland

_________________________________________________________________

Komische opera in twee bedrijven

Libretto van Emmanuel Schikaneder

Première op 11 september 1790 in Wenen

De actie speelt zich af in een Arcadisch landschap.
Tijd: Sprookjestijd

De mensen

Astromonte , halfgod, heerser van Arcadia (Tenor)
Eutifronte , onderaardse geest, broer van Astromonte ( Bas )
Sadik, priester van Astromonte ( Bas /Bariton)
Nadir, pleegzoon van Sadik (Tenor) Nadine, dochter van Sadik (Sopraan)
Lubano , boswachter ( Bas /Bariton)
Lubanara , zijn vrouw (Sopraan)
Een genie, ambassadeur van Astromonte (Sopraan)
First Lady (Sopraan) Second Lady (Sopraan) Third Lady (Sopraan) Fourth Lady (Sopraan)

Herders, bosgeesten, ondergrondse geesten, beschermende geesten, klagende vrouwen

1. LIFT:

Scène 1

Aan het begin van de opera wordt de halfgod Astromonte aanbeden tegen de achtergrond van een Arcadisch landschap met een piramide van herders en herderinnen. Sadik, de priester, ontdekt dat zijn pleegzoon Nadir en zijn dochter Nadine niet aanwezig zijn, hoe verdorven. De twee worden berispt vanwege hun afwezigheid en beschuldigd van immoraliteit [ Astromonte zal hen straffen, want ze zijn slaven van ondeugd].

Scène 2

Zingend van verre naderen Nadir en Nadine samen met Lubano en Lubanara de tempel om hun offers te brengen. Wanneer ze de tempel bereiken om hun rijke offers af te leveren, roept het volk: “Schandalige brutaliteit! Onze tempel is ontheiligd!” Offers mogen alleen door maagden worden gebracht, en dit wordt tegengesproken door het feit dat Lubano onlangs met zijn geliefde Lubanara is getrouwd . Angst drijft de menigte op de vlucht.

Scène 3

Een kleine huwelijkscrisis voor het pasgetrouwde stel Lubano en Lubanara : Lubano is jaloers op de vriendinnen van zijn vrouw, terwijl Lubanara klaagt dat ze de hele dag thuis moet blijven. Lubano maakt de situatie compleet met een aria over de frivoliteit van vrouwen (Goede hemel! O, jullie goden! Lubanara is gek!).

Scène 4

Sadik beschuldigt Lubanara van roekeloosheid door haar man naar de tempel te brengen en hem zo in levensgevaar te brengen. Lubanara neemt dit niet serieus en antwoordt met een brutale aria: “Zo’n mooie vrouw durft elke man te benaderen . ” Sadik, brandend van woede, stuurt haar weg met minachting en een waarschuwing dat ze Astromonte’s straf niet zal ontlopen . Lubanara wordt zijn jachtvergunning ontnomen totdat zijn vrouw tot inkeer komt.

Scène 5

Ook Nadir en Nadine ontkomen niet aan de woede van de priester. Sadik beschuldigt hen ervan hem niet te hebben ingelicht over Lubano’s bruiloft. Sadik onthult aan zijn dochter dat ze uit zijn armen zal worden gerukt, wat meer betekent dan de dood.

Scène 6

Net als Sadik Astromonte benoemt als de vermeende ontvoerder van zijn dochter, verschijnt er een wolkenwagen uit de lucht, begeleid door prachtige muziek en een koor. Binnen verschijnt een geest (genie) met een sierlijke vogelkooi, compleet met een vogel. De geest kondigt aan dat Astromonte hem gestuurd heeft met een boodschap: “Degene voor wie deze vogel zingt zodra ze hem van hem ontvangt, zal de zuiverste van allemaal zijn en de vogel helemaal alleen verdienen.” Een ietwat ingewikkelde maagdelijkheidstest, en dan… Er breekt een discussie uit tussen de meisjes:

EERSTE MEISJE
Dat ben ik helemaal alleen

TWEEDE MEISJE
Ik ben het. Hij is van mij.

DERDE MEISJE
De vogel is van mij, van mij.

VIERDE MEISJE

Scène 7

Lubano’s hut in indianenstijl. Hij doet een dutje terwijl zijn vrouw fantaseert over zichzelf als maagd aan Astromonte te verkopen in ruil voor een paar ritjes in zijn wolkenwagen.

Scène 8

Verstoord door de onzin, wordt Lubano wakker en beveelt de dwaas om onmiddellijk de hut in te gaan en niet meer weg te gaan. Maar Lubanara pikt dat niet… ze wil haar vrijheid!

Scène 9

Na een succesvolle ontsnappingspoging gebruikt Lubano een truc om zijn vrouwtje terug naar binnen te lokken, dit keer met de poort op slot. Muzikaal verwoord in een charmant duet: “Blijft het echt zo? – – – Vrouw, ja, het blijft zo.”

Scène 10

Lubano heeft de plaats delict verlaten en laat Lubanara alleen achter in de hut. Ze wenst grappend dat Eutifronte , de geest van de onderwereld, haar naar de vrijheid zal helpen.

Scène 11

Eutifronte hoeft het geen twee keer te horen en is al ter plaatse, zonder donder en bliksem te sparen wanneer hij verschijnt. Lubanara kan het nauwelijks geloven en beeft dood. Zoals gevraagd, opent hij het slot van de hut met een belachelijke goocheltruc en onthult Lubanara zijn wraakplannen op de domme broer Astromonte .

Scènes 12 en 13

Lubano wordt gelokt door de “onweersbui” en is verbaasd wanneer hij zijn wigwam bereikt. Lubanara is banger voor haar man dan voor Eutifronte . Voordat Lubano de indringer kan afschrikken, verdwijnt hij met Lubanara. onder de oksel in de ondergrond.

Scène 14

Lubano staart verbijsterd in het diepe gat waar zijn vrouw en de vreemdeling onder de rook verdwenen. Twee dwergen kruipen uit het gat en houden hem een spiegel voor: Nu draagt hij een hertengewei en roept: “O goden, wat is dit? Ik ben betoverd!”

Scène 15

Geweldig: Nu zwerft een troep jagers over het toneel, met gespannen bogen. Lubano vertrekt… Terwijl het jagerskoor vrolijk brult over het statige hert met gouden gewei, smeekt Lubano om Astromonte’s hulp.

Scène 16

Metamorfose [zoals in scène 1]. Nadir en Nadine bespreken hun angst voor Nadines ontvoering door Astromonte, in het geval dat ze door de Vogel van de Maagdelijkheid wordt herkend als de puurste der puurste. De pijn van de scheiding: “Een meisje dat brandt van liefde…” Nadine verzekert haar geliefde dat ze met hem zal vluchten, wat er ook gebeurt.

Scène 17

Wanneer Nadir weer alleen is, herhaalt hij zijn voornemen om met Nadine te ontsnappen. Maar de baas grijpt zelf in. Astromonte : “Dat zul je nooit doen, ik zweer het!” Een ontroerende aria besluit de scène, waarin Nadir Astromonte smeekt om hem Nadine te geven.

Scènes 18 tot en met 20 – Finale I

De wedstrijd met de vogel begint. De vogel maakt zijn rondjes en blijft stil, wat de maagden diep betreuren. Eindelijk is het Nadines beurt, en wie had dat gedacht: de vogel zingt zijn lied.

De geplaagde Lubano rent over het podium en verstopt zich achter de piramide. Op dat moment daalt Astromonte in zijn wolkenwagen uit de hogere sferen af om de rookoffers op te halen waar hij al een uur op wacht. Astromonte bedankt en neemt afscheid, en de wagen stijgt op, wanneer plotseling de vogels weer spreken. De start wordt abrupt uitgesteld. De oude heer herinnert zich vaag de maagdenwedstrijd en is opgetogen wanneer hij de uitverkorene krijgt voorgesteld. Nadine, minder enthousiast, valt simpelweg flauw, wat het spel gemakkelijker maakt. De wolkenwagen (overigens aan de binnenkant met goud versierd) stijgt op met Nadine, vergezeld door Astromonte , en verdwijnt. Ook niet opgetogen betreuren Nadir en Sadik het verlies van vrouwelijke schoonheid. Iedereen doet mee aan de grote zoektocht naar Nadine:

SLOTREFREIN
Kom dus, zonder uitstel , en laten we ons naar onze schepen haasten. Kom, laten we
verder varen dan
onze schepen ooit hebben gevaren .
We moeten Nadine bevrijden ,
en zelfs als ze al in Acheron was, kom, scheep in.

___________________________________________________________

2E LIFT:

Scène 1

Rotsachtig terrein en uitzicht op zee. Storm, donder, huilende wind aan de horizon. De herders en herderinnen zijn verspreid over twee schepen. Het koor zingt: “Ah, Astromonte , help ons…”, maar al hun smeekbeden zijn tevergeefs. Het koor is nauwelijks afgelopen als de bliksem inslaat in beide masten, de schepen zinken en de mensen verdrinken.

Scène 2

Eutifronte triomfeert en pronkt met zijn superioriteit: ” Astromonte , kijk naar beneden, mijn macht is groter dan die van jou.” De genius [ Djinn ] verschijnt met een reddingsboot en legt uit: “Je kunt mensen alleen maar kwellen, maar nooit vernietigen.” De genius raadt verzoening met zijn broer aan en verdwijnt. Eutifronte valt van een klif.

Scène 3

Nadir en Lubano verschijnen zonder elkaar te zien. Nadir valt flauw van uitputting, en Lubano klaagt opnieuw over vrouwen: “Vertrouw meisjes niet te veel, want ze zijn allemaal ontrouw!” [Aria].

Scène 4

Nadir spreekt over Nadinen in zijn droom en vervloekt Astromonte . Dit brengt Eutifronte onmiddellijk terug naar de scène, voor wie deze woorden als muziek in de oren klinken. Nadir springt op en staart naar Eutifronte . Eutifronte gebruikt de gelegenheid om Nadir voor zich te winnen. Hij vertelt Nadir dat hij en Astromonte zonen zijn van een wijze man die de machtigste van alle magiërs was. Astromonte was de uitverkorene om de steen der wijzen te erven – het machtigste magische instrument – en daarom vervloekte hij hem. De vader was beledigd door dit argument en ontzegde beide zonen hun erfenis. Een adelaar nam de steen der wijzen mee tot de dag dat een van de twee zonen nakomelingen kreeg. De eerstgeborene zou hem erven. Nadir komt er ook achter dat beide zonen [ Eutifronte en Astromonte ] ooit verliefd waren op dezelfde prinses. Maar ook hier verloor Eutifronte : ze trouwde met Astromonte’s broer . Toen de prinses beviel, stuurde Eutifronte zijn volgelingen om het kind te laten stikken. De prinses stierf van verdriet. Om Astromonte te troosten , gaf de wijze vader hem een magische vogel. De deal: Nadir zou Astromonte doden en zijn Nadine als betaling terugkrijgen. Beiden verlieten het slagveld: Nadir om te herstellen, Eutifronte om het moorddadige staal te smeden.

Scène 5

Lubano verschijnt en beklaagt zich over zijn eenzaamheid en honger.

Scène 6

De geest duikt weer op in zijn kano en overhandigt de hongerige man een vrucht. Gretig opent Lubano de vrucht en vindt er een boek in: eindeloze wijsheid, een bittere teleurstelling.

Scène 7

Acht dwergen naderen, begeleid door muziek. Ze wenken hem om met hen mee te gaan naar een plek waar overvloedig eten en drinken op hem wachten. Lubano beseft dat hij in Lillput is en wil de kleintjes volgen .

Scène 8

Lubanara verschijnt. Verzoening, omhelzing.

Scène 9

Lubanara beweert het kwaad te hebben weerstaan en vertelt Lubano over het kwaadaardige pact tussen Nadir en Eutifronte . Lubano luistert vanaf de achtergrond naar de gebeurtenissen. Rood aangelopen van woede verandert hij Lubanara in een kat en verdwijnt. In een duet genaamd “Nu, lieve vrouw…” hoeft Lubanara alleen nog maar het “miauw”-gedeelte te zingen. Aanvankelijk opgetogen dat zijn vrouw nu blij zal zijn om thuis te blijven, herkent hij de ietwat stomme situatie: “De duivel neemt de miauw ! ” en hoopt dat Eutifronte hem zal vergeven.

Scène 10

Een kluis. Nadir verschijnt met Eutifronte . Nog steeds woedend dat Lubanara het geheim van het moordcomplot heeft onthuld, vertrekt hij met de opdracht de geesten te volgen die verschijnen bij de zevende hamerslag.

Scène 11

Nadir is alleen en bidt in een aria: “O genadige goden, hoor mijn gebed!” Terwijl hij op het punt staat te vertrekken, komen Lubano en Lubanara aan .

Scènes 12 en 13

Verrukt omhelst Nadir Lubano . Na een kort gesprek klinken er zeven hamerslagen, verschijnen de geesten en moet Nadir vertrekken.

Scène 14

De Magische Smederij. Eutifronte roept de geesten op om het magische zwaard te smeden: “Open, o poort van de duistere hel.” Astromontes dood wordt al luidkeels bezongen door het geestenkoor. Eutifronte overhandigt het zwaard aan Nadir en iedereen verlaat het toneel.

Scène 15

Een bos. De dwergen achtervolgen Lubanara , maar de Genius schiet te hulp en gooit de dwergen in de afgrond.

Scènes 16 en 17

Eutifronte geeft Nadir een magische pijl die alles doodt wat hij aanraakt, zelfs de magische vogel Astromontes zou gedood worden… Eutifronte verlaat de plaats en maant hem tot standvastigheid en dapperheid.

Scène 18

Eutifronte brengt Nadir en Lubano hierheen. De magische vogel fluit, wat Nadir zichtbaar blij maakt met de nabijheid van Nadine. Hij verlaat de plaats delict om Nadine te zoeken.

Scène 19

Lubano is alleen, verontwaardigd dat hij weer eens in de steek is gelaten. Ook hij wil zijn geliefde terugvinden, waarover hij zingt in een aria: “Liefde is inderdaad een dwaasheid” [Noot: Beethovenvariaties!]

Scènes 20 en 21

Een grote tuin, met Astromonte ’s paleis op de achtergrond . Nadir komt het paleis binnen. Nadine merkt het niet en zingt een aria voor haar geliefde: “Mijn enige, liefste Nadir!”

Scène 22

Lubano arriveert ook in Astromonte ’s paleis en uit zijn woede op Eutifronte . Alleen al de verschijning van Eutifronte doet Lubano geschokt verstommen.

Finale II

De finale begint met het miauwen van de Lubanara . Lubano , nog steeds zichtbaar geagiteerd, wordt door Eutifronte de afgrond in gesleurd . Nadir verliest de controle over zijn magische pijl: in de hoop de magische vogel te raken, verwondt hij Nadine dodelijk, wat tot grote spijt van hem wordt betreurd. Nadir is geschokt en vervloekt Eutifronte . De geest grijpt in en brengt Nadir in veiligheid.

In een bos wordt Lubano door Eutifronte opgesloten in een vogelkooi . Er zou een vuile streek plaatsvinden en Nadir moet worden misleid. Maar net op tijd, voordat Nadir de vermeende vogel kan doden, verschijnt Astromonte , vermomd als een oude man, met de echte vogel. Hij legt Nadir uit dat alle verdronken mensen en zijn geliefde weer tot leven zullen komen zodra hij zijn zwaard opgeeft. Als bonus onthult hij hem dat Nadir Astromonte’s zoon is , die onbewust werd gered toen Eutifronte’s volgelingen het bevel kregen hem te doden. Nadir geeft Astromonte het magische zwaard, en Eutifronte en de demonen denken dat ze in de verkeerde film zitten. De adelaar geeft Nadir de steen der wijzen, Nadine verschijnt, en Astromonte verwijdert zijn vermomming. Astromonte biedt zijn broer verzoening aan, maar deze trekt zich boos terug in zijn onderwereld. De kooi om Lubano verdwijnt, Lubanara transformeert terug.

Het tafereel verandert in een prachtige tempel waar Astromente wordt geprezen. Nadir en Nadine zijn getrouwd.

Laten
we nu allemaal met een blij hart ,
omdat we elkaar nu zo gelukkig zien, Nadir en Nadinen aan de huwelijksband,
de vriendelijke bescherming van Astromonte Kom, laten we een offerfeest
aan de goden wijden en
dit vreugdevolle offer ieder jaar opnieuw vieren.

Staatsbibliotheek Hamburg

Staatsbibliotheek Hamburg

In 1996 ontdekte David J. Buch dit manuscript in de Staatsbibliotheek van Hamburg, dat nu gratis te downloaden is:

https://digitalisate.sub.uni-hamburg.de/recherche/detail?tx_dlf%5Bdouble%5D=0&tx_dlf%5Bid%5D=17873&tx_dlf%5Bpage%5D=5&tx_dlf%5Bpagegrid%5D=0&tx_dlf_navigation%5Bcontroller%5D=Navigation&cHash=c9c6d9ccdec1075835bedcded6911a71

Er ontbreekt echter titel nr. 18 met Forte’s aria “Die Lieb ist wohl ein närrisch Ding” (Liefde is wellicht een dwaze zaak), die wel in het Frankfurter manuscript aanwezig is.